woensdag, maart 19, 2008

Avontuurdrift.. :)

Jongen fietst naar china.

De 16-jarige Collin Brinkmans uit Stadskanaal is weer terecht. De jongen die vorige week wegliep, dook op in Zuid-Polen. Hij was per omafiets onderweg naar China.

‘Ik wilde de Chinese Muur zien’, zegt de 16-jarige Collin eenvoudigweg. ‘Daar droomde ik al jaren van. En fietsen is een fijne manier van reizen. Het is goedkoop en je ziet veel.’ Toen het vorige week ‘niet zo gezellig’ was thuis, stapte Collin op zijn omafiets. Niet naar school, maar naar China. Met 120 euro op zak, een identiteitskaart, een flesje water en een kaart van Nederland. ‘Ik wist dat ik naar het oosten moest fietsen. Ik heb de zon gevolgd, en steeds een nieuwe kaart gekocht als ik de grens overstak’, vertelt hij vanuit het opvanghuis voor minderjarigen in Polkowice, waar hij zondagavond strandde.

Een Pools stel sprak hem die avond aan, toen hij na zes dagen en negenhonderd kilometer fietsen even pauze stond te houden, bij een bushalte in Przemkov. ‘Ze vroegen of ik iets nodig had. Ik zei dat het prima met me ging, dat ik genoeg eten en drinken bij me had. Toen vroegen ze waar ik vandaan kwam en vertelde ik ze mijn verhaal.’ Bij het horen van zoveel avontuurdrift alarmeerde het stel de politie, die de jongen herkende van een internatonaal opsporingsbericht.

Collin had wel verwacht dat zijn moeder zou gaan zoeken, maar ‘Nederland werd te eentonig’, verklaart hij zijn reis, over de telefoon. En hij had wat ruzie gehad thuis. Toen hij beelden van China op tv zag, was hij betoverd. ‘De mensen, de steden. Het is lastig te omschrijven waarom ik er zo graag naartoe wil.’ Van tevoren lichtte hij één vriend in over zijn plan naar het Aziatische land te fietsen. ‘Die zei verder niet veel bijzonders.’ Dus stapte de scholier van het Noorderpoort College op maandagochtend 10 maart op zijn omafiets – zonder versnellingen. Hij wist van tevoren niet dat hij zo lang achter elkaar kon fietsen, maar nam de gok. ‘Ik ben ooit van Almelo naar Stadskanaal gefietst. Dat hield ik prima vol.’ Onderweg stelde hij zichzelf steeds kortetermijndoelen. ‘Als ik in Duitsland was, moest ik van mezelf binnen een paar dagen in het land zijn dat ernaast lag. Dan kocht ik daar weer een nieuwe plattegrond.’

Hij vertrouwde er volkomen op uiteindelijk in China te belanden. ‘Ik fietste gewoon van plaats naar plaats. Het ging prima, ik had geen spierpijn. Het regende af en toe en het stormde, zeker vorige week. Maar als je eenmaal beweegt, krijg je het vanzelf lekker warm.’

Onderweg sliep hij een paar keer in een Duits hotel en pension, waar niemand hem vroeg naar zijn leeftijd of plannen. ‘Het ging prima. Ik had nog genoeg geld op zak om een paar hotels te nemen. En anders zou ik gewoon een vuurtje maken.’

Totdat de mensen met wie hij kort stond te praten, de politie inschakelden. Die seinde de regiopolitie Groningen in en bracht Collin naar een opvanghuis. Maandag kreeg hij zijn doodongeruste moeder aan de telefoon. ‘Ze is boos’, constateert Collin nuchter. ‘Ze komt me morgen ophalen. Ergens wel jammer. Ik had graag verder willen gaan. Tot nu toe was mijn reis erg mooi. Ik heb door de natuur gefietst, door bergen. Maar ik heb nog steeds China niet gezien.’ Dat zijn moeder en twee zusjes totaal onzeker waren over zijn lot, lijkt weinig indruk te maken. ‘Ik ben toch zestien? Over twee jaar ga ik het huis uit en wil ik sowieso veel reizen.’

Wie deed dah ?

één lullig zinnetje.. en hoppah..